FAQ Deelcertificering

Het blijkt dat er soms nog onduidelijkheid bestaat over de eisen voor het behalen van een deelcertificaat en de gevolgen voor de praktijk. Hieronder wordt het beleid rond de deelcertificaten toegelicht en worden veelvoorkomende vragen beantwoord.

De deelcertificaten zijn in het leven geroepen als overgangsmaatregel naast het Corona project (de gezamenlijke opleiding Radiologie - Nucleaire geneeskunde), om radiologen en nucleair geneeskundigen oude stijl, jonge klaren en eenieder die er interesse in heeft de mogelijkheid te bieden om zich laagdrempelig tot zelfstandig niveau te bekwamen in elkaars vakgebied in het kader van multimodale beeldvorming. Het doel en uitgangspunt hierbij is goede samenwerking op lokaal niveau, zowel bij de training in elkaars vakgebied als ook in de praktijk na het behalen van het certificaat.

Voor het behalen van deelcertificaten zijn eisen opgesteld. Deze eisen zijn zo geformuleerd dat een specialist zelfstandig een volledig onderzoek moet kunnen uitvoeren, inclusief de verslaglegging. Hiervoor is zowel ervaring als theoretische onderbouwing nodig. De eisen zijn door het Concilium zodanig opgesteld dat het voor een individuele specialist in de praktijk haalbaar moet zijn om er (op termijn) aan te kunnen voldoen. In de basis komt het erop neer dat een specialist zich tot zelfstandig niveau bekwaamt in een deel van het andere vakgebied, door het gewenste aantal verrichtingen zelfstandig te beoordelen en te verslaan, medeondertekend (of gesuperviseerd) door een collega van het andere specialisme. Om het deelcertificaat in het kader van samenwerking tot een succes te maken wordt bij het aanvragen ervan gevraagd om het andere specialisme erbij te betrekken en een bekwaamheidsverklaring af te geven. Na behalen van het certificaat is het de bedoeling dat de verworven expertise ook wordt onderhouden, zoals dit ook geldt voor andere competenties in het kader van de wet BIG.

Er worden regelmatig vragen gesteld aan de Besturen, het Concilium en de Commissie Deelcertificaten. Hieronder staan een aantal veelgestelde vragen met antwoord weergegeven.

Veelgestelde vragen bij Deelcertificaten:

 

  • Kunnen aios een deelcertificaat aanvragen?

Nee. Aios kunnen geen deelcertificaat aanvragen omdat tijdens de opleiding de opleider het primaat heeft. Zodra een aios tijdens de opleiding voldoende theoretische en klinische ervaring heeft opgedaan kan hij/zij in aanmerking komen voor een EPA op niveau 4, hetgeen een zelfstandig competentieniveau is. Daarbij worden aios aangemoedigd het cursorisch onderwijs tijdens de opleiding te volgen. Mocht een aios tijdens de opleiding nog onvoldoende ervaring hebben opgedaan, kunnen competenties als specialist op de werklocatie verder worden uitgebouwd en mogen verrichtingen gedaan tijdens de opleiding tot maximaal 4 jaar na dato worden meegeteld, mits deze voldoen aan de eisen gesteld in het deelcertificaat.

 

  • Wat wordt er verstaan onder een verrichting?

Onder een verrichting worden alle onderdelen van de uitvoering van een beeldvormend onderzoek verstaan, zoals indicatiestelling, kennis van de apparatuur, protocollering, acquisitie, stralingshygiënische aspecten, supervisie van diagnostisch laboranten en andere paramedische medewerkers, gebruik van eventueel benodigde medicamenten, handelen in acute situaties, kennis van eventuele complicaties en behandeling hiervan, diagnostiek en verslaglegging, communicatie met patiënten, aanvragers en andere betrokkenen. Met het verslaan van verrichtingen in het kader van deelcertificaten wordt impliciet de uitvoering van de complete verrichting bedoeld.

 

  • Wat is een samengesteld PET/CT verslag?

Een samengesteld verslag bestaat uit een PET-verslag (meestal gemaakt door een nucleair geneeskundige), een CT-verslag (meestal gemaakt door een radioloog) en een gezamenlijke conclusie. Het verslag is vaak door beide ondertekend. Een samengesteld PET/CT-verslag kan alleen meetellen bij de aanvraag voor een deelcertificaat als het PET-onderzoek daadwerkelijk zelfstandig door de radioloog is beoordeeld en verslagen, of de diagnostische CT daadwerkelijk zelfstandig door een nucleair geneeskundige is beoordeeld en verslagen.

 

  • Wat is een geïntegreerd PET/CT verslag?

Bij een geïntegreerd verslag wordt het onderzoek (de verrichting) als een geheel door 1 persoon beoordeeld en verslagen. Hierbij kan het zijn dat een nucleair geneeskundige (of aios) het volledige verslag maakt, wat betreft de diagnostische CT mede ondertekend wordt (of gesuperviseerd) door een radioloog. Andersom kan het zijn dat een radioloog (of aios) het volledige verslag maakt, wat betreft het PET-deel mede ondertekend wordt (of gesuperviseerd) door een nucleair geneeskundige.

 

  • Wat betekent zelfstandig verslaan?

Met zelfstandig verslaan wordt het daadwerkelijk zelf (als eerste auteur) verslaan van het klinisch onderzoek (verrichting) bedoeld. Om mee te tellen voor een deelcertificaat betekent dit dat een nucleair geneeskundige ten minste het diagnostisch CT-gedeelte zelfstandig heeft beoordeeld en verslagen, of de radioloog ten minste het PET-gedeelte. Mede-ondertekenen, meekijken, superviseren of in groep bespreken valt hier niet onder.

 

  • Wat wordt bedoeld met de eerste of tweede auteur?

Diegene die het verslag van de diagnostische CT of de PET zelfstandig heeft beoordeeld en verslagen is de eerste auteur. De tweede auteur is diegene die medeondertekend of gesuperviseerd heeft. De eerste auteur kan het onderzoek laten meetellen bij de aanvraag voor een deelcertificaat (mits een nucleair geneeskundige ten minste het diagnostisch CT-gedeelte zelfstandig heeft beoordeeld en verslagen, of de radioloog ten minste het PET-gedeelte). De tweede auteur kan het verslag niet laten meetellen voor een deelcertificaat.

 

  • Wat is het verschil tussen optie 1 en 2 in de eisen voor het behalen van een deelcertificaat?

Bij optie 1 gaat het om individuele specialisten (radioloog of nucleair geneeskundige), die al geruime tijd substantiële aantallen van het volledige onderzoek (inclusief het diagnostische deel van het andere specialisme) zelfstandig onder eigen naam hebben verslagen. Bij optie 2 gaat het om specialisten die in samenwerking elkaar trainen in de vaardigheden van elkaars vakgebied in het kader van de multimodale beeldvorming.

 

  • Komen alle CT’s bij PET-CT in aanmerking om mee te tellen voor de aanvraag van een deelcertificaat voor een nucleair geneeskundige?

Nee. Voor een nucleair geneeskundige kan alleen een diagnostische CT verslagen als eerste auteur meetellen voor de aanvraag van een deelcertificaat. Een low-dose CT ten behoeve van attenuatie correctie valt hier niet onder.

 

  • Komen alle CT’s bij PET-CT in aanmerking om mee te tellen voor de aanvraag van een deelcertificaat voor een radioloog?

Ja. Voor een radioloog gaat het met name om de PET-component van het onderzoek, en mogen zowel low-dose CT’s als diagnostische CT’s meetellen. De radioloog moet wel de eerste auteur van het verslag zijn en het onderzoek integraal verslagen hebben.

 

  • Hoeveel diagnostische CT’s moet een nucleair geneeskundige hebben verslagen?

De nucleair geneeskundige moet ten minste 300 CT thorax, 300 CT abdomen, en 150 CT hals als eerste auteur hebben verslagen, mede ondertekend door een bekwaam radioloog. Dit mogen diagnostische CT’s zijn die in combinatie met een PET zijn gemaakt, maar het mogen ook reguliere CT's zijn (dus zonder PET-component). Wanneer in één onderzoek meerdere scanbereiken worden gecombineerd (bijv. CT-hals + CT-thorax + CT-abdomen in een CT whole body) kunnen deze alle individueel meetellen voor bovenstaande aantallen.

 

  • Kunnen onderzoeken die in een ander centrum zijn vervaardigd meetellen voor een deelcertificaat?

Nee. Omdat het om de uitvoering van een complete verrichting gaat kunnen onderzoeken verricht in een ander centrum niet meetellen voor een deelcertificaat, behalve als de aanvrager van het deelcertificaat bij de uitvoering ervan aanwezig is geweest en de onderzoeken als eerste auteur heeft verslagen. Uitzondering hierop zijn de case-based verrichtingen of onderzoeken die een specialist als aios heeft verslagen in een ander centrum.

 

  • Moeten de afdelingen Nucleaire Geneeskunde en Radiologie gefuseerd zijn om in aanmerking te komen voor een deelcertificaat?

Een goede samenwerking tussen de afdelingen Radiologie en Nucleaire Geneeskunde is noodzakelijk zodat laagdrempelige consultatie is gegarandeerd. Een fusie is echter geen vereiste.

 

  • Moeten de afdelingen Nucleaire Geneeskunde en Radiologie een erkende opleiding hebben?

De betrokken afdelingen hoeven niet door de RGS (Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten) als opleidingsafdeling erkend te zijn, maar moeten in dat geval wel hebben deelgenomen aan de kwaliteitsvisitaties van de NVvR respectievelijk de NVNG.

 

  • Is het cursorisch onderwijs geaccrediteerd als bij- en nascholing?

Voor het cursorisch onderwijs is nascholingsaccreditatie bij de NVvR en de NVNG aangevraagd.

 

  • Voor hoeveel uur moet de case-based training geaccrediteerd zijn?

De mogelijkheid bestaat om een deel (meestal 50) van de vereiste aantallen verrichtingen te bereiken in de vorm van door NVvR en NVNG geaccrediteerde case-based trainingen. Omdat deze accreditatie plaatsvindt in de vorm van nascholingspunten (uren nascholing) is gesteld dat uitgaande van minimaal 15 minuten per cases deze accreditatie ten minste 12 punten dient te omvatten.