Leidraad Persoonlijke bescherming bij poliklinische patiënten op de afdeling radiologie

In de Leidraad Persoonlijke bescherming in de (poli)klinische setting vanwege COVID-19 van het FMS-Expertiseteam Infectiepreventie zijn risicovolle handelingen gedefinieerd, waarbij het advies is een chirurgisch masker II of IIR en bril of face-shield te dragen bij poliklinische patiënten zonder voor COVID-19 verdachte symptomen. Conform deze leidraad moeten de volgende veelvoorkomende handelingen op een afdeling radiologie, naar onze mening als risicovol worden beschouwd: mammografie (vanwege positioneren, niet echo mamma), echografie hoofd-hals (incl. puncties), echografie bovenste extremiteit (indien voor de patiënt wordt gezeten) en inbrengen maag-/duodenum-sondes. 

Bij deze handelingen, uitgevoerd door een laborant of radioloog, wordt namelijk voldaan aan de definitie: "Diagnostische of therapeutische handelingen waarbij de zorgverlener met hoge frequentie, over langere tijd (per patiënt langer dan 3 minuten), zeer dicht (<30 cm) bij het gelaat van de patiënt komt."
Bij deze risicovolle handelingen worden door het expertiseteam (bestaande uit arts-microbiologen en internist-infectiologen) een chirurgisch masker en bril of face-shield geadviseerd als extra maatregelen voor persoonlijke bescherming voor de zorgverlener in aanvulling op basis-hygiënische maatregelen.

Het is belangrijk om op te merken dat bij dit advies in de leidraad er van wordt uitgegaan dat er een screeningsbeleid is dat ten minste bestaat "uit een gestandaardiseerde evaluatie van mogelijke klachten voor het bezoek aan de zorginstelling, herhaling van de screening aan de poort op het moment van melding bij de zorginstelling, herbeoordeling over de noodzaak van zorgverlening bij patiënten met klachten c.q. het gebruik van een chirurgisch masker door de symptomatische patiënten als uitstel medisch niet verantwoord is."
De leidraad zegt hier verder over: "Indien er geen adequate screening mogelijk is (bijvoorbeeld in spoedsituaties) wordt PBM-gebruik gelijkgesteld aan het gebruik bij verdachte of bevestigde COVID patiënten."

Bij publicatie van de leidraad door de FMS op 29 april jl. (zie COVID-19 Richtlijnen, handreikingen en leidraden) zijn vanuit de NVvR vragen gesteld aan het expertiseteam over de leidraad, de overwegingen bij de definitie van een risicovolle handeling en de vertaling naar de afdeling radiologie.
Mochten de antwoorden hiertoe aanleiding geven, dan zal de lijst van risicovolle handelingen op de afdeling radiologie worden aangepast en/of aangevuld. Als de definitie in de leidraad wordt aangepast en/of als de leidraad wordt ingetrokken, wordt de lijst zo nodig aangepast of komt de lijst te vervallen.

Bovenstaande is besproken in de NVvR-bestuursvergadering van 11 mei jl. Een aantal sectiebesturen en de NVMBR (laboranten) zijn vooraf over het bericht geïnformeerd.
Op 26 mei jl. met een vertegenwoordiging van het NVvR-bestuur nogmaals besproken. Mede na (interne) raadpleging van betrokkenen in de praktijk wordt, gegeven de definitie in de leidraad (versie 9 mei 2020), vooralsnog geen aanleiding gezien bovengenoemde risicovolle handelingen aan te passen.

Naar pagina Informatie / nieuws / documenten Netwerk COVID-19.